Guus zijn oorsprong

De Nova Scotia Duck Tolling Retriever (hierna alleen nog als Toller) is van oorsprong een Canadese hond. Dit land, dat al duizenden jaren werd bewoond door Mi’maq indianen en Inuit, en vanaf de 15e eeuw ook door Europese kolonisten, is een land voor durfallen en doorzetters. Mens en dier moesten zien te overleven in een land met uitgestrekte prairies, de Rocky Mountains, maar ook vrijwel geheel onbewoonbare, Arctische gebieden met zeer koude winters en temperaturen van wel -40°C. Om hier te kunnen (over)leven moet je uit een bepaald soort hout gesneden zijn, en dat is de Toller.

In 1759 ging Canada over in Britse handen (nadat het jarenlang onder Frans bewind had gestaan) en vanuit Groot-Brittannië trokken veel kolonisten naar de provincie Nova Scotia, wat bekend stond als een visrijk gebied. De honden die met hem meekwamen waren onder andere retrievers, setters, collies en werkspaniëls. Waarschijnlijk zijn deze honden onderling gekruist (men was immers nog niet zo bezig met het creëren of in stand houden van raszuivere honden) en zo ontstond een nieuw soort hond die sterk laat denken aan dat kleine, rode monstertje.

Nova Scotia

Afbeelding Google Maps: Nova Scotia aan de Oostkust van Canada.

De inheemse bevolking had echter ook honden die zij voor de jacht gebruikten, en er zijn deskundigen die beweren dat er ook van deze honden ingekruist zijn, wat niet geheel ondenkbaar is. Ook gaat het verhaal de ronde dat er een kooikerhondje invloed heeft gehad op het ontstaan van de Toller. Als we naar het uiterlijk van de Toller en het Kooikerhondje kijken is ook de hypothese niet geheel ondenkbaar.

Hoe dan ook, uiteindelijk is elke hedendaagse rashond een gevolg van een aantal kruisigen, niet waar? Wat we in ieder geval weten is dat de Toller een creatie is van Canadese jagers die de honden gebruikten om eenden en ganzen te lokken.

Een vrolijke pluimstaart als lokmiddel

Jagers en de inlandse Mi’maq indianen zette hun honden op wel heel aparte wijze in om eenden en ganzen te lokken en het trucje was afgekeken van vossen. Vossen?!? Je bedoelt die andere rode wezens met leuke pluimstaarten? Ja, die ja! Als vossen eenden gaan bejagen, doen ze dat op slinkse wijze. Terwijl de ene vos met zijn vrolijk op en neer zwiepende staart, dartel langs de waterkant op en neer rent, staat de ander (ergens aan de kant verstopt) te wachten tot een nieuwsgierig geworden eend binnen handbereik komt, om hem dan te bespringen en te doden.

En dat is precies wat de jagers en de Mi’maq indianen vervolgens hun honden leerden; dartel spelen aan de waterkant. En al rondjes draaiend door het riet met die leuke pluimstaart, lokten Tollers de nietsvermoedende ganzen en eenden, waarop ze afgeschoten werden. Het geschoten wild werd vervolgens door de Toller uit het, vaak ijskoude water, geapporteerd. Door hun dubbele vacht waren de honden in staat het ijskoude water te trotseren.

Ook al is deze retriever een Canadees produkt, de inzet van lokhonden op deze wijze, verraadt zijn Britse achtergrond. De Britse houding tegenover het jachtwerk was namelijk dat elke hond zijn specialisme diende te hebben en Retrievers werden getraind in specialistisch werken ná het schot.

Al het bovenstaande verklaart dus die lange en ingewikkelde naam…de Nova Scotia Duck Tolling Retriever, oftewel: de hond uit Nova Scotia die eenden lokt en apporteert.

Foto: Toller Mila en Aussie Fien.

Een hond, een naam, een rasstandaard en hoe het serieuze fokken begon

Overigens heeft de hond niet altijd zo geheten. In eerste instantie werd de hond “Little River Duck Dog” genoemd of “Yarmouth Toller”. In 1945 erkende de Canadese Kennel Club het ras, en dat was ook het moment waarop het ras de naam kreeg die het nu nog altijd draagt. Kolonel Cyril Colwell, die samen met Avery Nickerson en H.A.P. Smith bekend stond als pionier van het ras, vond dat deze naam meer bij Nova Scotia paste dan de andere namen die de hond droeg.

TollerToller

Foto’s: Buffy (1949), zij is 17 jaar geworden en H.A.P. Smith.

H.A.P. Smith was een enorm liefhebber van de Toller en in de beginjaren van 1900 maakte hij zich sterk om het ras in stand te houden nadat er vele honden en hun pups gestorven waren tijdens het koude seizoen. In een brief die hij schrijft vermeldt hij dat er vele honden gestorven zijn, maar dat hij gelukkig twee teven en een reu heeft kunnen behoeden voor de dood. Met deze honden gaat hij proberen om het ras nieuw leven in te blazen. Zijn fascinatie voor de Toller kwam voort uit hun kwaliteiten in de jacht.

Kolonel Cyril Colwell, die andere pionier van het ras, schreef in 1945 de eerste rasstandaard van de Toller.

Na de 2e wereldoorlog begon Avery Nickerson met het gericht fokken van de hond, en hierdoor kan hij toch wel als grote stimulator van het ras genoemd worden, ondanks dat er ook wel anderen waren die zich bezig hielden met het fokken van de Toller. Avery begon na de 2e wereldoorlog gericht te fokken onder de kennelnaam Habourlights. Tot in het midden van de jaren ’60 van de vorige eeuw waren die rooie rakkers eigenlijk een goed bewaard geheim en kende niemand buiten Nova Scotia de honden, maar na die tijd nam hun populariteit toe en verspreidde ze zich over geheel Canada en vandaar uit naar Amerika en uiteindelijk worden in 1982 de eerste honden naar Europa geïmporteerd. In 1984 wordt vervolgens het eerste nest Tollers in Denemarken geboren.

Vervolgens word in 1989 in Nederland het eerste nestje geboren, nadat een jaar eerder een reu en een teef naar Nederland werden geïmporteerd.